Les coûts de connexion et de communications supplémentaires que les consommateurs doivent supporter lorsqu'ils utilisent l'itinérance à l'étranger, auxquels s'ajoute la perte de certaines fonctionnalités (par exemple, absence de messagerie vocale à l'étranger) plaident en faveur de cette définition (voir l'affaire IV/M.1439 - Telia/Telenor, point 124, l'affaire IV/M.1430 - Vodafone/Airtouch, points 13 à 17 et l'affaire COMP/JV.17 - Mannesmann/Bell Atlantic/Omnitel, point 15).
De extra aansluitings- en communicatiekosten die consumenten moeten maken voor roaming in het buitenland, in combinatie met het verlies van bepaalde additionele functies (nl. het verlies van de voice-mail-functie in het buitenland), zijn een verder argument voor een dergelijke marktomschrijving, zie zaak nr. IV/M.1439 - Telia/Telenor, punt 124, zaak nr. IV/M.1430, Vodafone/Airtouch, punten 13 t/m 17 en zaak nr. COMP/JV.17, Mannesmann/Bell Atlantic/Omnitel punt 15.