— Le juge peut, s'il condamne du chef d'infraction à l'article 36, prononcer l'installation d'un alcolock à l'intérieur du véhicule, pour une période minimale d'un an et maximale de trois ans, à condition qu'il ne prononce pas de déchéance du droit de conduire et pour autant que le ou les véhicules auxquels la décision du juge s'applique soient la propriété de l'auteur de l'infraction ou soient à sa disposition exclusive pour une durée au moins égale à celle du maintien de l'alcolock à l'intérieur du véhicule.
— Indien de rechter een veroordeling uitspreekt wegens een overtreding van artikel 36, kan hij de plaatsing van een alcoholslot in het voertuig uitspreken voor een periode van ten minste een jaar en ten hoogste drie jaar, op voorwaarde dat hij het recht tot sturen niet vervallen verklaart en voor zover het voertuig of de voertuigen waarvoor de beslissing van de rechter geldt, eigendom is of zijn van de pleger van het misdrijf of alleen hem ter beschikking staat of staan voor een duur die minstens gelijk is aan de duur van handhaving van het alcoholslot in het voertuig.