2. Les paiements par tête pour les vaches allaitantes et les génisses pouvant bénéficier de la prime à la vache allaitante au titre de l'article 125, paragraphe 4, et de l'article 129 peuvent être octroyés uniquement à titre de montant supplémentaire par unité de prime à la vache allaitante prévue par l'article 125, paragraphe 4.
2. Veebetalingen voor zoogkoeien en vaarzen die in aanmerking komen voor de in artikel 125, lid 4, en in artikel 129 bedoelde zoogkoeienpremie, kunnen alleen worden verleend als aanvulling op de in artikel 125, lid 4, bedoelde zoogkoeienpremie-eenheid.