a) les charges relatives aux rémunérations et charges sociales du personnel enseignant, du personnel administratif et du personnel autre imputés sur l'allocation globale aux coûts moyens bruts pondérés déterminés en vertu de l'article 29, alinéa 5, du décret du 9 septembre 1996, c'est-à-dire la quote-part personnel de l'allocation globale ou « SHE » telle que définie à l'article 29, alinéa 2, du même décret;
a) de kosten in verband met de bezoldigingen en sociale lasten van het onderwijzend personeel, het administratief personeel en ander personeel, op de globale toelage aangerekend tegen de gewogen bruto gemiddelde kosten, bepaald krachtens artikel 29, vijfde lid, van het decreet van 9 september 1996, dit is het persoonlijk aandeel van de globale toelage, of « SHE », zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, van hetzelfde decreet;