La mission de l'Ordre est parfois allée trop loin : jusqu'à présent, il doit notamment veiller au respect de « la moralité, de l'honneur, de la discrétion, de la probité et de la dignité de la profession », même dans les cas de fautes commises en dehors de l'exercice de l'activité professionnelle.
Soms ging de opdracht van de Orde te ver : zo heeft zij tot op heden onder meer de taak te waken over het « de zedelijkheid, de eer, de bescheidenheid, de eerlijkheid en de waardigheid van het beroep » zelfs als de zaak betrekking heeft op fouten buiten de beroepsbezigheid.