L'article 45 du Code de l'inspection dispose : « Le fonctionnaire dirigeant de l'Institut [bruxellois pour la gestion de l'environnement], de l'ARP [Agence régionale pour la propreté] ou de l'administration compétente du Ministère décide, après avoir mis la personne passible de l'amende administrative alternative en mesure de présenter ses moyens de défense, s'il y a lieu d'infliger une amende administrative alternative du chef de l'infraction.
Artikel 45 van het Wetboek van inspectie bepaalt : « Nadat de persoon die met een alternatieve administratieve geldboete strafbaar is, zich heeft kunnen verdedigen, beslist de leidend ambtenaar van het [Brussels] Instituut [voor Milieubeheer], van het GAN [Gewestelijk Agentschap voor Netheid] of van het bevoegde bestuur van het Ministerie, of voor het misdrijf een alternatieve administratieve geldboete dient te worden opgelegd.