Selon le Conseil d'État, l'article 26 de la proposition, qui prévoit la faculté pour la Chambre des représentants et le Sénat de modifier les règlements d'ordre intérieur des comités permanents, doit être revu et, pour faire oeuvre utile, d'autres dispositions de la loi du 18 juillet 1991 doivent être amendées pour tenir compte des prescriptions de l'article 101 de la Constitution.
Volgens de Raad van State moet artikel 26 van het voorstel, dat het de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat mogelijk maakt de huishoudelijke reglementen van de Vaste Comités te wijzigen, worden herzien en verdient het aanbeveling dat ook andere bepalingen van de wet van 18 juli 1991 worden aangepast teneinde rekening te houden met het bepaalde in artikel 101 van de Grondwet.