Dès que l'Agence a la confirmation de l'existence d'un cas primaire de fièvre aphteuse chez les animaux sauvages, elle applique immédiatement les mesures visant à limiter la propagation de la maladie prévues à l'annexe XVI, partie A, et établit un plan conformément à l'annexe XVI, partie B. Elle informe les autorités régionales compétentes concernées, les propriétaires d'animaux d'espèces sensibles ainsi que les chasseurs de l'existence dudit cas confirmé.
Zodra bij het Agentschap een primair geval van mond- en klauwzeer bij wilde dieren is bevestigd, neemt deze onverwijld de in bijlage XVI, deel A, bedoelde maatregelen om de verspreiding van de ziekte te beperken, en stelt zij een programma op overeenkomstig bijlage XVI, deel B. Zij brengt de bevoegde betrokken gewestelijke autoriteiten, de eigenaars van dieren van ziektegevoelige soorten alsmede de jagers op de hoogte van die bevestiging.