3. En fonction des disponibilités budgétaires, le solde annuel est versé au plus tard six mois après que les informations et documents visés à l’article 44, paragraphe 1, et à l’article 54 ont été jugés recevables par la Commission et que le dernier compte annuel a été apuré.
3. Het jaarlijkse saldo wordt, afhankelijk van de beschikbaarheid van begrotingsmiddelen, betaald uiterlijk zes maanden nadat de in artikel 44, lid 1, en artikel 54 bedoelde informatie en documenten door de Commissie ontvankelijk zijn bevonden en de laatste jaarrekening is goedgekeurd.