« Selon l'arrêt du 26 avril 1994 de la Cour d'arbitrage, les articles 415, deuxième alinéa, et 610 du Code judiciaire combinés avec l'article 1088 du même code (dont la lecture conjointe était jusqu'alors admise)
, interprétés en ce sens que seul le procureur général près la Cour de cassation peut, sur les instructions du ministre de la Justice, introd
uire une demande en annulation d'une décision d'un procureur général près une Cour d'appel infligeant à un greffier la peine
disciplinaire de l'avertissement ...[+++] ou de la censure, violent les articles 10 et 11 de la Constitution.
« Volgens het arrest van 26 april 1994 van het Arbitragehof, is de lezing (die tot hiertoe werd aanvaard) van artikelen 415, lid 2, en 610 van het Gerechtelijk Wetboek gecombineerd met artikel 1088 van het Gerechtelijk Wetboek in de zin dat enkel de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, op instructie van de minister van Justitie, een verhaal tot nietigverklaring kan instellen van een door een procureur-generaal van een hof van beroep genomen beslissing, waarbij een tuchtstraf van waarschuwing of censuur werd opgelegd aan een griffier, strijdig met artikelen 10 en 11 van de Grondwet.