4. Lorsque le bail visé aux articles 20 et 22 ou les programmes visés à l'article 23 expirent après la date limite d'introduction d'une demande au titre du régime de paiement unique au cours de sa première année d'application, l'agriculteur concerné peut demander l'établissement de ses droits au paiement, après l'expiration du bail ou du programme, à une date fixée par les États membres, mais au plus tard à la date limite d’introduction des demandes au titre du régime de paiement unique au cours de l’année suivante.
4. Indien de in de artikelen 20 en 22 vermelde verhuurcontracten of de in artikel 23 vermelde programma’s verstrijken na de uiterste datum die in het eerste jaar van toepassing van de bedrijfstoeslagregeling geldt voor indiening van een aanvraag in het kader van die regeling, mag de betrokken landbouwer na het verstrijken van dat verhuurcontract of dat programma een aanvraag tot vaststelling van zijn toeslagrechten indienen uiterlijk op een door de lidstaat te bepalen datum, die echter niet later mag zijn dan de uiterste datum voor indiening van een aanvraag in het kader van de bedrijfstoeslagregeling in het volgende jaar.