L'exercice des dérogations visées aux paragraphes 1 à 4 ne peut porter préjudice à un membre du personnel mieux titré pour cette(une de ces) fonction(s), candidat pour cette fonction ou une de ces fonction(s) au sein du Pouvoir organisateur, dans les mêmes conditions d'ancienneté mais acquises au cours des trois dernières années scolaires.
De uitoefening van de in de paragrafen 1 tot 4 bedoelde afwijkingen, kan niet nadelig zijn voor een personeelslid dat houder is van een hoger bekwaamheidsbewijs voor dat ambt of voor één van die ambten, en dat kandidaat is voor één van die ambten binnen de inrichtende macht, onder dezelfde anciënniteitsvoorwaarden, die echter in de loop van de laatste drie schooljaren werden verworven".