L’existence éventuelle d’un accord entre un État membre et un pays tiers n’exempte pas les États membres des obligations qui leur incombent au titre du droit de l’Union et du droit international, eu égard en particulier au respect du principe de non-refoulement,
chaque fois qu’ils savent ou sont censés savoir que les défaillances systémiques de la procédure d’asile et des conditions d’accueil des
demandeurs d’asile dans ce pays tiers constituent des motifs sérieux de croire que le demandeur d’asile court un risque sérieux d’être soumi
...[+++]s à des traitements inhumains ou dégradants, ou lorsqu’ils savent ou sont censés savoir que ce pays tiers se livre à des pratiques contraires au principe de non-refoulement.Eventuele regelingen tussen een li
dstaat en een derde land ontslaan lidstaten niet van hun verplichtingen uit hoofde van het recht van de Unie en het internationaal recht, in het bijzonder wat betreft de inachtneming van het beginsel van non-refoulement, indien zij ervan op de hoogte zijn, althans zouden moeten zijn, dat fundamentele tekortkomingen van de asielprocedure en de opvangvoorzieningen voor asielzoekers in dat derde land gegronde redenen vormen om aan te nemen dat de asielzoeker een ernstig risico zal lopen op onmenselijke of vernederende behandeling of indien zij ervan op de hoogte zijn, althans zouden moeten zijn, dat dat der
...[+++]de land er praktijken op na houdt die strijdig zijn met het beginsel van non-refoulement.