En 2000, l'affaire du petit Adam avait fait grand bruit aux États-Unis : il avait été choisi parmi six embryons, ses tissus, qui étaient compatibles avec ceux de sa soeur aînée atteinte d'une maladie génétique mortelle (anémie de Fanconi), pouvaient l'aider à guérir.
In 2000 ontstond er in de Verenigde Staten veel ophef rond de zaak van de kleine Adam : hij was uit zes embryo's gekozen omdat zijn weefsels compatibel waren met die van zijn oudste zus die leed aan een dodelijke erfelijke ziekte (anemie van Fanconi) en haar konden helpen om te genezen.