Ce qui précède signifie concrètement qu'un travailleur, père légal d'un enfant mort-né, a aussi droit, en plus des dix jours de congé de paternité prévus par l'article 30, paragraphe 2, de la loi concernant les contrats de travail, aux trois jours de petit chômage pour décès de son enfant, comme prévu par l'article 2, 5º, de l'arrêté royal du 28 août 1963, lorsque le médecin traitant atteste qu'il s'est agi d'une naissance et non d'une fausse couche.
Concreet betekent het voorgaande dat een werknemer, wettelijke vader van een doodgeboren kind, naast de tien dagen vaderschapsverlof, zoals bepaald in artikel 30, §2, van de Arbeidsovereenkomstenwet, ook recht heeft op de drie dagen kort verzuim wegens het overlijden van zijn kind, zoals bepaald in artikel 2, 5º, van het koninklijk besluit van 28 augustus 1963, wanneer de behandelende arts attesteert dat er sprake is geweest van een geboorte en niet van een miskraam.