Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "août 1974 lesquelles " (Frans → Nederlands) :

Avant son abrogation par l'article 54 de la loi du 26 mai 2002, l'article 2 de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence distinguait quatre catégories de bénéficiaires : ' les conjoints vivant sous le même toit ', ' une personne qui cohabite uniquement soit avec un enfant mineur non marié qui est à sa charge, soit avec plusieurs enfants, parmi lesquels au moins un enfant mineur non marié qui est à sa charge ', ' une personne isolée ' et ' toute autre personne cohabitant avec une ...[+++]

Artikel 2 van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum onderscheidde, vóór het werd opgeheven bij artikel 54 van de wet van 26 mei 2002, vier categorieën van gerechtigden : ' samenwonende echtgenoten ', ' een persoon die enkel samenwoont met hetzij een minderjarig ongehuwd kind te zijnen laste, hetzij meerdere kinderen, onder wie minstens één ongehuwd minderjarig kind te zijnen laste ', ' een alleenstaand persoon ' en ' elke andere persoon die met één of meerdere personen samenwoont, onverschillig of zij al dan niet bloed- of aanverwant zijn '.


Objet de la pétition : le pétitionnaire se plaint des conséquences d'une décision de justice inéquitable et des imperfections de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence, par lesquelles il s'est retrouvé temporairement sans le moindre revenu.

Voorwerp van het verzoekschrift : Verzoeker beklaagt zich over de gevolgen van een onbillijke rechtspraak en de gebreken in de wet van 7 augustus 1974 op het bestaansminimum, waardoor hij tijdelijk zonder enig inkomen viel.


Avant son abrogation par l'article 54 de la loi du 26 mai 2002, l'article 2 de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence distinguait quatre catégories de bénéficiaires : « les conjoints vivant sous le même toit », « une personne qui cohabite uniquement soit avec un enfant mineur non marié qui est à sa charge, soit avec plusieurs enfants, parmi lesquels au moins un enfant mineur non marié qui est à sa charge », « une personne isolée » et « toute autre personne cohabitant avec une ...[+++]

Artikel 2 van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum onderscheidde, vóór het werd opgeheven bij artikel 54 van de wet van 26 mei 2002, vier categorieën van gerechtigden : « samenwonende echtgenoten », « een persoon die enkel samenwoont met hetzij een minderjarig ongehuwd kind te zijnen laste, hetzij meerdere kinderen, onder wie minstens één ongehuwd minderjarig kind te zijnen laste », « een alleenstaand persoon » en « elke andere persoon die met één of meerdere personen samenwoont, onverschillig of zij al dan niet bloed- of aanverwant zijn ».


Vu l'arrêté ministériel du 23 mai 1969 fixant les limites et conditions dans lesquelles les charges résultant du déplacement et du séjour des handicapés au lieu fixé pour leur formation scolaire sont supportées par le Fonds national de reclassement social des handicapés, modifié par les arrêtés ministériels des 5 août 1974 et 17 janvier 1978 et par l'arrêté du Gouvernement flamand du 7 mars 1990;

Gelet op het ministerieel besluit van 23 mei 1969 tot vaststelling van de perken binnen en de voorwaarden onder welke de lasten voor de minder-validen voortvloeien uit de verplaatsing naar en het verblijf op de plaats aangewezen voor hun schoolopleiding, door het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder validen gedragen kunnen worden, gewijzigd bij ministeriële besluiten van 5 augustus 1974 en 17 januari 1978 en bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 maart 1990;


L'article 2, § 1, alinéa 1, 2°, de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution dans l'interprétation selon laquelle le montant pour une personne qui cohabite uniquement soit avec un enfant mineur non marié à sa charge soit avec plusieurs enfants, parmi lesquels au moins un mineur non marié, est octroyé à condition que cet enfant ou les enfants résident principalement chez elle.

Artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, in de interpretatie dat het bedrag voor een persoon die enkel samenwoont met hetzij een minderjarig ongehuwd kind te zijnen laste, hetzij meerdere kinderen, onder wie minstens één ongehuwde minderjarige, wordt toegekend op voorwaarde dat het kind of de kinderen hoofdzakelijk bij hem verblijven.


Le Roi fixe par arrêté délibéré en Conseil des ministres les cas dans lesquels les sommes dues à l'enfant à titre de minimum de moyens d'existence accordé en vertu de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence, ne peuvent être prises en compte pour renverser cette présomption».

De Koning bepaalt bij een in Ministerraad overlegd besluit de gevallen waarin de bedragen die het kind verschuldigd zijn als bestaansminimum toegekend krachtens de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, niet in aanmerking mogen worden genomen om dit vermoeden om te keren».


Le recouvrement doit s'opérer conformément aux dispositions de l'article 12 de la loi du 7 août 1974, lesquelles stipulent: " Lorsqu'une personne vient à disposer de ressources en vertu de droits qu'elle possédait pour la période pour laquelle un minimum de moyens d'existence lui a été payé, le centre public d'aide sociale récupère les sommes payées par lui jusqu'à concurrence du montant des ressources qui auraient dû être prises en considération pour le calcul du minimum de moyens d'existence à payer si l'intéressé en avait déjà disposé à ce moment.

De terugvordering moet geschieden overeenkomstig de bepalingen van artikel 12 van de wet van 7 augustus 1974 die bepalen dat: " Wanneer een persoon de beschikking krijgt over inkomsten krachtens rechten die hij bezat tijdens de periode waarvoor hem een bestaansminimum werd uitbetaald, het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn de door hem uitbetaalde sommen terugvordert tot beloop van het bedrag waarvoor die inkomsten bij de berekening van het uitbetaalde bestaansminimum in aanmerking hadden moeten worden genomen indien de betrokkene er te dien tijd reeds de beschikking over zou gehad hebben.


Les situations dans lesquelles le CPAS peut effectuer une récupération à charge de l'intéressé sont déterminées d'une manière limitative tant dans la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence que dans la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aide sociale.

De situaties waarin het OCMW van de betrokkene kan terugvorderen zijn limitatief bepaald zowel in de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum als in de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.


Parmi ces conditions figurent celles contenues à l'article 1er, § 1er, premier alinéa, de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence lesquelles prévoient que l'intéressé ne doit pas disposer de ressources suffisantes et ne soit pas en mesure de se les procurer soit par ses efforts personnels, soit pas d'autres moyens.

Artikel 1, § 1, eerste lid, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum stelt bepaalde van die voorwaarden vast volgens welke de betrokkene geen toereikende bestaansmiddelen mag hebben, noch in staat mag zijn om deze hetzij door eigen inspanningen, hetzij op een andere manier te verwerven.


Le droit à un minimum de moyens d'existence institué par la loi du 7 août 1974 est en effet un droit subjectif comparable aux droits à d'autres prestations sociales, pour lesquelles les conditions d'octroi et le contenu de la prestation sont fixés avec précision dans la loi et dans l'arrêté d'exécution.

Het door de wet van 7 augustus 1974 ingestelde recht op een bestaansminimum is namelijk een subjectief recht dat vergelijkbaar is met de rechten op andere sociale prestaties, waarbij de toekenningsvoorwaarden en de inhoud van de prestatie nauwkeurig vastgelegd werden in de wet en in het uitvoeringsbesluit.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

août 1974 lesquelles ->

Date index: 2024-05-14
w