6. a) Dans combien de cas sait-on (via le CGRA ou par un autre moyen) que des apatrides reconnus disposent bel et bien d'une nationalité? b) Quelle suite est donnée à de tels cas? c) Pourquoi ne peut-on pas vérifier s'ils disposent déjà d'une nationalité avant que le tribunal n'accorde le statut? d) De quelle façon la consultation d'autres instances, comme le CGRA, est-elle systématisée, afin de prévenir de tels abus?
6. a) Van hoeveel gevallen is gekend (via het CGVS of anderszins) dat erkende staatlozen wel degelijke over een nationaliteit beschikken? b) Welk gevolg wordt er aan dergelijke gevallen gegeven? c) Waarom kan dat niet worden nagetrokken voordat de rechtbank het statuut toekent? d) Op welke wijze wordt raadpleging van andere instanties zoals het CGVS gesystematiseerd om dergelijke misbruiken te voorkomen?