Les documents visés à l’article 22, paragraphe 3, et à l’article 26, paragraphe 3, destinés à établir que les produits couverts par un certificat de circulation des marchandises EUR.1 ou une déclaration d’origine peuvent être considérés comme des produits originaires d’un PTOM, de l’Union ou d’un pays APE et satisfont aux autres conditions de la présente annexe, peuvent notamment se présenter sous les formes suivantes:
De in artikel 22, lid 3 en artikel 26, lid 3 bedoelde documenten aan de hand waarvan wordt aangetoond dat goederen die door een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring worden gedekt producten van oorsprong zijn uit een LGO, de Unie of een EPO-land en aan de andere voorwaarden van deze bijlage voldoen, kunnen onder meer de volgende zijn: