Le texte en projet emporte comme conséquence que l'auteur, le coauteur ou le complice d'une fraude fiscale simple commettra désormais le délit de recèlement « élargi », tel que visé par l'article 505, alinéa 1 , 2º, du Code pénal, par le seul fait qu'il possédera, gardera ou gérera, en Belgique, les avantages patrimoniaux provenant de la fraude, c'est-à-dire, apparemment, des biens ou valeurs correspondant au montant de l'impôt éludé.
De ontworpen regeling heeft tot gevolg dat de dader, de mededader van of de medeplichtige aan gewone belastingfraude voortaan het « verruimde » helingsdelict pleegt, zoals bedoeld in artikel 505, eerste lid, 2º, van het Strafwetboek, door het loutere feit dat hij in België vermogensvoordelen bezit, bewaart of beheert die verkregen zijn door fraude, dat wil zeggen blijkbaar goederen of waarden die overeenstemmen met het bedrag van de ontdoken belasting.