13 OCTOBRE 2016. - Arrêté ministériel fixan
t le taux d'intérêt applicable aux consignations, aux dépôts et aux
cautionnements confiés à la Caisse des Dépôts et Consignations Le Ministre des Finances, Vu l'arrêté royal n° 150 du 18 mars 1935 coordonnant les lois relatives à l'organisation et au fonctionnement de la Caisse des Dépôts et Consignations et y apportant des modifications en vertu de la loi du 31 juillet 1934, l'article 17 modifié par la loi-programme du 22 juin 2012; Vu l'arrêté ministériel du 6 mars 2014 fixan
t le ...[+++]taux d'intérêt applicable aux consignations, aux dépôts volontaires et aux
cautionnements confiés à la Caisse des Dépôts et Consignations depuis mai 2012; Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 28 juin 2016; Vu l'accord de la Ministre du Budget donné le 28 juillet 2016; Vu l'avis 60.033/2 du Conseil d'Etat, donné le 14 septembre 2016, en application de l'article 84, § 1, alinéa 1, 2°, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973,
13 OKTOBER 2016. - Ministerieel besluit tot vaststel
ling van de rentevoet van de uit te keren intresten voor de bij de Deposito- en Consignatiekas in bewaring gegeven consignaties, deposito's en borgtochten De Minister van Financiën, Gelet op het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van wijzigingen daarin krachtens de wet van 31 juli 1934, artikel 17, gewijzigd bij de programmawet van 22 juni 2012; Gelet op het ministerieel besluit van 6 maart 2014 tot vaststelling van de rentevoet van de vanaf mei 201
...[+++]2 uit te keren intresten voor de bij de Deposito- en Consignatiekas in bewaring gegeven consignaties, vrijwillige deposito's en borgtochten; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 juni 2016; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 28 juli 2016; Gelet op advies 60.033/2 van de Raad van State, gegeven op 14 september 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973,