Art. 4. Par convention collective de travail séparée, le barème national des appointements minimums, d'application dans le secteur depuis le 1 mai 1987, sera aligné sur le barème des appointements minimums existant pour les employés de la province de Limbourg, de manière à obtenir, à partir du 1 janvier 1996, un barème des appointements minimums unique pour les employés dans toutes les provinces et sous-régions, à l'exception du bassin industriel de Mons-Borinage.
Art 4. Door een aparte collectieve arbeidsovereenkomst zullen de nationale minimumweddeschalen voor de bedienden van toepassing in de sector sinds 1 mei 1987 op dezelfde hoogte gebracht worden als de bestaande minimumweddeschalen voor de bedienden van de provincie Limburg, zodat, vanaf 1 januari 1996, in alle provincies en subgewesten dezelfde minimumweddeschalen voor de bedienden worden verkregen, met uitzondering van het nijverheidsbekken van Bergen-Borinage.