Le présent décret règle une matière régionale. Art. 2. Dans l'article 1.1.0.0.2 du Code flamand de la Fiscalité du 13 décembre 2013, remplacé par le décret du 19
décembre 2014, sont apportées les modifications suivantes : 1° dans le sixième alinéa, 5°, le point d) est remplacé par ce qui suit : « d) une acquisition par une personne ayant avec le défunt ou le donateur un lien de parenté suite à une adoption simple mais exclusivement moyennant la présentation des justifications nécessaires et si : 1) l'enfant adoptif est un enfant du partenaire de l'adoptant ; 2) lorsque, au moment de l'adoption,
...[+++] l'enfant adoptif était sous la tutelle de l'assistance publique ou d'un Centre Public d'Aide Sociale, ou d'une institution comparable établie dans l'Espace économique européen, ou était orphelin d'un père ou d'une mère mort(e) pour la patrie ; 3) lorsque l'enfant adoptif a, avant d'avoir atteint l'âge de vingt-et-un ans et pendant 3 années consécutives, reçu essentiellement de l'adoptant ou de l'adoptant et de son conjoint, les secours et les soins que les enfants reçoivent normalement de leurs parents ; 4) lorsque l'enfant est adopté par une personne dont tous les descendants sont morts pour la patrie ; » ; 2° le huitième alinéa, 2°, est complété par une phrase ainsi rédigée : « Les dépendances, visées au douzième alinéa, 2°, sont, le cas échéant, censées faire partie de l'habitation familiale».Art. 2. In artikel 1.1.0.0.2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, vervangen bij het decreet van 19 december 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het zesde lid, 5°, wordt punt d)
vervangen door wat volgt : " d) een verkrijging door een persoon die met de overledene of de schenker een verwantschapsband had of heeft die voortkomt
uit gewone adoptie, maar uitsluitend als daarvoor de nodige bewijsstukken worden aangebracht en als : 1) het adoptiekind een kind is van de partner van de adoptant; 2) het
...[+++] adoptiekind op het ogenblik van de adoptie onder de voogdij was van de openbare onderstand of van een Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of van een vergelijkbare instelling binnen de Europese Economische Ruimte, of wees was van een voor het vaderland gestorven vader of moeder; 3) het adoptiekind, vóór de leeftijd van eenentwintig jaar, gedurende drie achtereenvolgende jaren hoofdzakelijk van de adoptant, of van de adoptant en zijn partner samen, de hulp en verzorging heeft gekregen die kinderen normaal van hun ouders krijgen; 4) het kind geadopteerd is door een persoon van wie al de afstammelingen voor het vaderland gestorven zijn; " ; 2° aan het achtste lid, 2°, wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt : " De aanhorigheden, vermeld in het twaalfde lid, 2°, worden in voorkomend geval geacht deel uit te maken van de gezinswoning" .