26. souligne que les investissements dans l'innovation et la formation sont susceptibles d'encourager la croissance; met cependant en exergue que l'infrastructure correspondante (transports, internet à haut débit, énergie) et les institutions appropriées (ensemble équilibré d'investissements publics et de mesures de consolidation fiscale dans le cadre de mesures macroéconomiques, services de gouvernance électronique, apprentissage transfrontalier) doivent exercer une action de soutien;
26. wijst erop dat investeringen in innovatie en onderwijs groeibevorderend kunnen werken; wijst er evenwel op dat een en ander effectief moet worden ondersteund met behulp van de relevante infrastructuren (verkeer, breedbandinternet, energie) en van adequate institutionele voorzieningen (een evenwichtige combinatie van overheidsinvesteringen en begrotingsconsolidatie met macro-economische maatregelen, e-governmentdiensten en grensoverschrijdend leren);