Sans préjudice des dispositions des lois particulières, quiconque est privé de sa liberté conformément aux articles 1, 2 ou 3, a droit, si le suspect en fait la demande, à ce qu'un tiers qu'il désigne soit informé de son arrestation, par la personne qui interroge ou une personne désignée par elle, par le moyen de communication le plus approprié.
Onverminderd bepalingen in bijzondere wetten, heeft eenieder die van zijn vrijheid is benomen overeenkomstig de artikelen 1, 2 of 3, het recht, indien de verdachte hierom verzoekt, dat een door hem aangeduide derde over zijn aanhouding wordt ingelicht door de ondervrager of een door hem aangewezen persoon, via het meest geschikte communicatiemiddel.