2. Les États membres maintiennent les autorités compétentes appropriées auxquelles est assigné, y compris par recrutement, le personnel requis, notamment des inspecteurs qualifiés, en vue de l'inspection des navires et prennent les mesures appropriées pour que les inspecteurs s'acquittent de leurs tâches au titre de la présente directive et, en particulier, pour qu'ils soient disponibles pour effectuer les inspections prévues par la présente directive.
2. De lidstaten handhaven voor de inspectie van schepen de nodige bevoegde instanties waaraan het vereiste personeelsbestand, in het bijzonder gekwalificeerde inspecteurs, wordt toegewezen, in voorkomend geval door aanwerving, en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze hun taken vervullen overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn en met name dat zij beschikbaar zijn voor de uitvoering van de op grond van deze richtlijn voorgeschreven inspecties.