L'affirmation que « toute personne » a droit à l'aide sociale est sans doute présomptueuse : par les lois du 28 juin 1984, du 30 septembre 1992 et du 15 juillet 1996, petit à petit, le législateur belge, appuyé en partie par le pouvoir judiciaire, a délibérément établi (puis renforcé) un lien entre le droit à l'aide sociale et la régularité d'un séjour.
Het klinkt wat vermetel te beweren dat « eenieder » recht heeft op maatschappelijke dienstverlening. Met de wet van 28 juni 1984, met die van 30 september 1992 en die van 15 juli 1996 heeft de Belgische wetgever, daarin ten dele aangemoedigd door de rechterlijke macht, bewust een verband gelegd en nadien bevestigd tussen het recht op sociale dienstverlening en de regelmatigheid van het verblijf.