1. Les États membres prévoient que, lorsque la violation de données à caractère personnel est susceptible de porter atteinte à la protection des données à caractère personnel, à la vie privée de la personne concernée ou à ses droits ou intérêts légitimes , le responsable du traitement, après avoir procédé à la notification prévue à l'article 28, communique la violation sans retard indu à la personne concernée.
1. De lidstaten bepalen dat wanneer het waarschijnlijk is dat de inbreuk in verband met persoonsgegevens negatieve gevolgen voor de bescherming van de persoonsgegevens, de persoonlijke levenssfeer, de rechten of de gerechtvaardigde belangen van de betrokkene heeft, de voor de verwerking verantwoordelijke, na de in artikel 28 bedoelde melding, de betrokkene zonder onnodige vertraging over de inbreuk in verband met persoonsgegevens inlicht.