Les « Principes pour le Néerlandais » (115) énoncent que les objectifs de développement et les objectifs finaux pour l'acquisition et le développement des quatre aptitudes linguistiques (écouter, parler, lire et écrire) tels que nécessaires dans la vie courante, occupent une place centrale, l'accent se portant sur l'enseignement de la communication.
In de « Uitgangspunten Nederlands » (115) wordt aangegeven dat de ontwikkelingsdoelen en eindtermen het verwerven en het ontwikkelen van de vier taalvaardigheden (luisteren, spreken, lezen en schrijven), zoals die nodig zijn voor het gewone leven, centraal stellen. Het accent komt te liggen op het communicatieonderwijs.