Cette suppression à dès lors pour conséquence, comme c'était déjà le cas auparavant en ce qui concerne les réductions de valeur pour pertes probables, comptabilisées sur des créances à charge d'entreprises déclarées en faillite (voir l'article 22, § 3, AR/CIR 92, également abrogé), que les réductions de valeur répondant aux conditions prévues à l'article 22, AR/CIR 92, peuvent être exonérées sans limitation.
Die opheffing heeft derhalve tot gevolg dat, zoals zulks voorheen reeds het geval was met betrekking tot geboekte waardeverminderingen voor waarschijnlijke verliezen op vorderingen ten aanzien van ondernemingen die failliet verklaard zijn (zie de thans eveneens opgeheven § 3 van artikel 22, KB/WIB 92), de waardeverminderingen welke voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 22, KB/WIB 92, onbegrensd kunnen worden vrijgesteld.