Lors d'une épreuve de collision du véhicule, en ordre de marche et sans mannequin, contre une barrière à une vitesse de 48,3 km/h, la partie supérieure de la colonne de direction et de son arbre ne doit pas se déplacer vers l'arrière, horizontalement et parallèlement à l'axe longitudinal du véhicule, de plus de 12,7 cm par rapport à un point du véhicule non affecté par le choc, et de plus de 12,7 cm verticalement.
Bij een proef die eruit bestaat het voertuig in rijklare staat, zonder pop, met een snelheid van 48,3 km/h in botsing te laten komen met een versperring, mag het bovenste gedeelte van de stuurkolom en van de stuuras zich, horizontaal en evenwijdig aan de lengteas van het voertuig, niet meer dan 12,7 cm naar achteren verplaatsen ten opzichte van een punt van het voertuig dat door de botsing niet is getroffen, en niet meer dan 12,7 cm in het verticale vlak.