Chez Aristote déjà deux aspects étaient mis en évidence : l'homme a un corps comme les animaux, mais il dispose en outre de la raison : il est donc un animal raisonnable (zoion logon echon, animal rationale).
Reeds bij Aristoteles kwamen hierbij twee aspecten naar voren : de mens heeft een lichaam zoals de dieren, maar hij beschikt bovendien over de rede : hij is dus een « redelijk dier » (zoion logon echon, animal rationale).