Art. 6. Le montant des droits de tirage octroyés à une ARKIV, le cas échéant majoré des encours des emprunts levier, ne peut en aucun cas dépasser 100 % du capital privé de l'ARKIV concernée. Dans les limites de ses droits de tirage, toute ARKIV qui remplit les conditions imposées, a droit à un ou plusieurs emprunts levier à concurrence de 50 % au maximum des engagements fixes à réaliser des investissements ARK.
Art. 6. Het bedrag van trekkingsrechten toegekend aan een ARKIV, in voorkomend geval verhoogd met de uitstaande hefboomleningen, kan in geen geval hoger zijn dan 100 % van het privaat kapitaal van de betrokken ARKIV. Binnen de grenzen van haar trekkingsrechten heeft elke ARKIV die aan de gestelde voorwaarden voldoet, recht op een of meer hefboomleningen ten belope van maximaal 50 % van de vaststaande verbintenissen om ARK-investeringen uit te voeren.