Lorsqu'un État partie estime que, en raison de circonstances exceptionnelles indépendantes de sa volonté, il n'est pas en mesure de respecter le calendrier de destruction des armes de la catégorie 1, la Conférence des Parties pourra accorder, moyennant certaines conditions, une prolongation du délai fixé pour l'une des phases de destruction, sans que cette prolongation n'affecte l'obligation d'achever la destruction de toutes les armes de catégorie 1 en dix ans.
Wanneer een Staat-partij meent dat hij, omwille van buitengewone omstandigheden onafhankelijk van zijn wil, niet in staat is de tijdslimieten voor de vernietiging van de wapens gedefiniëerd in Lijst 1 na te leven, kan de Conferentie van de Staten-partijen, mits bepaalde voorwaarden (met name de verificatie), beslissen de termijn voor het voltooien van de vernietiging in de mate van het strikt noodzakelijke tot een maximum van 15 jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag te verlengen.