L'une des raisons de cette reprise est notamment l'audition de maître J.-M. Arnould, avocat de Mme Coen, diplomate, et des rapports que des sénateurs ont transmis à la sous-commission après des visites de travail aux ambassades de Belgique et/ou consulats belges à l'étranger : après avoir pris connaissance des rapports des sénateurs Dubié, Lizin et Willame-Boonen dans ce domaine, M. Genot, directeur général du service « Affaires consulaires » du ministère des Affaires étrangères, a été entendu deux fois par la sous-commission (réunions du 30 mai 2002 et du 24 juin 2002).
Aanleiding hiervoor was onder meer de hoorzitting met meester J.-M. Arnould, advocaat van mevrouw Coen, diplomate, en verslagen die senatoren overmaakten aan de subcommissie na werkbezoeken aan Belgische ambassades en/of consulaten in het buitenland : na kennis genomen te hebben van de verslagen van de senatoren Dubié, Lizin en Willame-Boonen in dit verband, werd de heer Genot, directeur-generaal van de dienst « Consulaire Zaken » van het ministerie van Buitenlandse Zaken tweemaal gehoord door de subcommissie (vergaderingen van 30 mei 2002 en 24 juni 2002).