Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "arrêt n° 57 2002 " (Frans → Nederlands) :

Par son arrêt n° 86/2002 du 8 mai 2002, la Cour a annulé la phrase précitée, ainsi insérée par la loi du 4 juillet 2001 dans les articles 131, § 2, et 235bis, § 6, du Code d'instruction criminelle.

Bij zijn arrest nr. 86/2002 van 8 mei 2002 heeft het Hof de voormelde zin, zoals ingevoegd bij de wet van 4 juli 2001 in de artikelen 131, § 2, en 235bis, § 6, van het Wetboek van strafvordering, vernietigd.


Compte tenu de l'arrêt n° 86/2002, le législateur a complété comme suit, par la loi du 14 décembre 2012 améliorant l'approche des abus sexuels et des faits de pédophilie dans une relation d'autorité, l'article 235bis, § 6, du Code d'instruction criminelle : « La chambre des mises en accusation statue, dans le respect des droits des autres parties, dans quelle mesure les pièces déposées au greffe peuvent encore être consultées lors de la procédure pénale et utilisées par une partie.

Rekening houdend met dat arrest nr. 86/2002, heeft de wetgever bij de wet van 14 december 2012 tot verbetering van de aanpak van seksueel misbruik en feiten van pedofilie binnen een gezagsrelatie artikel 235bis, § 6, van het Wetboek van strafvordering aangevuld als volgt : « De kamer van inbeschuldigingstelling oordeelt, met inachtneming van de rechten van de andere partijen, in welke mate de ter griffie neergelegde stukken nog in de strafprocedure mogen worden ingezien en aangewend door een partij.


Tenant compte de l'arrêt n° 86/2002 de la Cour, le législateur a habilité les juridictions d'instruction à juger, dans le cadre de la décision relative à l'annulation de pièces du dossier répressif, dans quelle mesure ces pièces annulées peuvent encore être consultées et utilisées par les parties au cours de la procédure pénale.

De wetgever heeft, rekening houdend met het arrest nr. 86/2002 van het Hof, aan de onderzoeksgerechten de bevoegdheid toegekend om bij de beslissing tot nietigverklaring van stukken uit het strafdossier te oordelen in welke mate die nietigverklaarde stukken nog door de partijen mogen worden ingezien en aangewend in de strafprocedure.


- Ainsi, en 2002 (C.c., 20 février 2002, arrêt n° 40/2002), elle jugeait discriminatoire la différence de traitement selon laquelle la victime d'un accident de travail du secteur public dont l'incapacité permanente s'est aggravée au point de ne plus pouvoir travailler n'avait pas droit aux indemnités auxquelles pouvaient prétendre les victimes du secteur privé.

- Zo oordeelde het Hof in 2002 (GwH 20 februari 2002, nr. 40/2002) dat het verschil in behandeling op basis waarvan het slachtoffer van een arbeidsongeval in de overheidssector, van wie de blijvende arbeidsongeschiktheid zodanig verergerde dat hij niet meer kon werken, geen recht had op de vergoedingen waarop de slachtoffers in de privésector aanspraak maakten.


Par son arrêt n° 161/2002 du 6 novembre 2002, la Cour a jugé que cette disposition n'était pas contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution : « B.5.

Bij zijn arrest nr. 161/2002 van 6 november 2002 heeft het Hof geoordeeld dat die bepaling niet strijdig was met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet : « B.5.


En ce qui concerne l'article 149, § 1 , du décret de la Région flamande du 18 mai 1999 portant organisation de l'aménagement du territoire, qui est le prédécesseur de l'article 6.1.41, § 1 , alinéa 1 , du Code flamand de l'aménagement du territoire, la Cour a jugé par son arrêt n° 57/2002, du 28 mars 2002 : « B.3.

Met betrekking tot artikel 149, § 1, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, dat de voorloper is van het voormelde artikel 6.1.41, § 1, eerste lid, van de VCRO, oordeelde het Hof bij zijn arrest nr. 57/2002 van 28 maart 2002 : « B.3.


- lorsque cette procédure a été arrêtée pour une durée indéterminée dans l'attente de la réponse à la question préjudicielle soumise à la Cour par un autre juge (arrêt n° 126/2000, B.1.2) ou par le même juge dans une autre affaire (arrêt n° 55/99, B.1.2; arrêt n° 57/2002, A.1; arrêt n° 141/2006, B.3.2);

- wanneer die procedure voor onbepaalde tijd werd stilgelegd in afwachting van het antwoord op de door een andere rechter (arrest nr. 126/2000, B.1.2) of door dezelfde rechter in een andere zaak (arrest nr. 55/99, B.1.2; arrest nr. 57/2002, A.1; arrest nr. 141/2006, B.3.2) aan het Hof voorgelegde prejudiciële vraag;


Dans les arrêts précités, la Cour a considéré qu'« une telle autorisation donnée par un décret ne modifie pas les règles de la procédure concernant l'intervention volontaire, mais désigne seulement une catégorie supplémentaire de parties intervenantes qui est en rapport avec la matière attribuée au législateur décrétal » (arrêt n° 57/2002, B.8.3; arrêt n° 152/2002, B.8.3).

Het Hof heeft in voormelde arresten geoordeeld dat « een dergelijke toelating door een decreet niet de procedureregels inzake de vrijwillige tussenkomst wijzigt, doch slechts een bijkomende categorie van tussenkomende partijen aanwijst die verband houdt met een aan de decreetgever toegewezen aangelegenheid » (arrest nr. 57/2002, B.8.3; arrest nr. 152/2002, B.8.3).


Dans les affaires qui ont donné lieu aux arrêts n 57/2002 du 28 mars 2002 et 152/2002 du 15 octobre 2002, il était demandé à la Cour si l'article 149 du décret relatif à l'aménagement du territoire était compatible avec les règles répartitrices de compétence en tant que cette disposition permettait à l'inspecteur urbaniste et au collège des bourgmestre et échevins d'intervenir volontairement en tant que partie au procès pénal.

In de zaken die aanleiding hebben gegeven tot de arresten nrs. 57/2002 van 28 maart 2002 en 152/2002 van 15 oktober 2002 werd het Hof gevraagd of artikel 149 van het decreet ruimtelijke ordening bestaanbaar was met de bevoegdheidverdelende regels in zoverre die bepaling de stedenbouwkundig inspecteur en het college van burgemeester en schepenen toeliet vrijwillig als partij tussen te komen in het strafproces.


- lorsque cette procédure a été arrêtée pour une durée indéterminée dans l'attente de la réponse à la question préjudicielle soumise à la Cour par un autre juge (arrêt n° 126/2000, B.1.2) ou par le même juge dans une autre affaire (arrêt n° 55/99, B.1.2; arrêt n° 57/2002, A.1; arrêt n° 141/2006, B.3.2);

- wanneer die procedure voor onbepaalde tijd werd stilgelegd in afwachting van het antwoord op de door een andere rechter (arrest nr. 126/2000, B.1.2) of door dezelfde rechter in een andere zaak (arrest nr. 55/99, B.1.2; arrest nr. 57/2002, A.1; arrest nr. 141/2006, B.3.2) aan het Hof voorgelegde prejudiciële vraag;




Anderen hebben gezocht naar : son arrêt     arrêt n° 86 2002     tenu de l'arrêt     l'arrêt n° 86 2002     compte de l'arrêt     février 2002 arrêt     arrêt n° 161 2002     arrêt n° 57 2002     arrêt     lieu aux arrêts     arrêts n 57 2002     


datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

arrêt n° 57 2002 ->

Date index: 2021-06-09
w