Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «arrêt nº 69 2002 » (Français → Néerlandais) :

Par son arrêt n° 69/2002 du 28 mars 2002, la Cour avait jugé que l'article 82 de la loi sur les faillites, tel qu'il était d'application avant son remplacement par l'article 29 de la loi du 4 septembre 2002 « modifiant la loi du 8 août 1997 sur les faillites, le Code judiciaire et le Code des sociétés », était incompatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il ne permettait en aucune manière à un juge de libérer de ses obligations le conjoint du failli déclaré excusable.

Bij zijn arrest nr. 69/2002 van 28 maart 2002 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 82 van de faillissementswet, zoals van toepassing vóór het werd vervangen bij artikel 29 van de wet van 4 september 2002 « tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van vennootschappen », niet bestaanbaar was met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het op geen enkele wijze een rechter toestond de echtgenoot van de verschoonbaar verklaarde gefailleerde van zijn verbintenissen te bevrijden.


Par son arrêt n° 69/2002, rendu le 28 mars 2002, la Cour avait constaté que « si l'institution de la caution implique qu'elle reste, en règle, tenue de son cautionnement lorsque le failli est déclaré excusable, il n'est pas [...] justifié de ne [pas] permettre [...] qu'un juge puisse apprécier s'il n'y a pas lieu de la décharger, en particulier en ayant égard au caractère désintéressé de son engagement ».

Bij zijn arrest nr. 69/2002 van 28 maart 2002, had het Hof vastgesteld dat, « ook al impliceert de regeling van de borg dat hij in principe tot zijn borgtocht gehouden blijft wanneer de gefailleerde verschoonbaar wordt verklaard, [...] het [...] onverantwoord [is] dat een rechter [niet] wordt toegestaan te beoordelen of er geen aanleiding is om hem te bevrijden, in het bijzonder wanneer zijn verbintenis van belangeloze aard is ».


Dans son arrêt nº 69/2002 du 28 mars 2002, la Cour d'arbitrage a estimé que l'article 82 ancien violait les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il ne permettait aucunement qu'un juge puisse décharger de leur engagement le conjoint ou la caution du failli déclaré excusable.

Het Arbitragehof heeft in zijn arrest nr. 69/2002 van 28 maart 2002 geoordeeld dat het vroegere artikel 82 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond in zoverre het op geen enkele wijze een rechter toestond de echtgenoot of de borg van de verschoonbaar verklaarde gefailleerde van hun verbintenis te bevrijden.


Par son arrêt nº 69/2002, rendu le 28 mars 2002, la Cour d'arbitrage a constaté que « si l'institution de la caution implique qu'elle reste, en règle, tenue de son cautionnement lorsque le failli est déclaré excusable, il n'est pas [.] justifié de ne [pas] permettre [.] qu'un juge puisse apprécier s'il n'y a pas lieu de la décharger, en particulier en ayant égard au caractère désintéressé de son engagement ».

Bij zijn arrest nr. 69/2002 van 28 maart 2002, heeft het Hof vastgesteld dat, « ook al impliceert de regeling van de borg dat hij in principe tot zijn borgtocht gehouden blijft wanneer de gefailleerde verschoonbaar wordt verklaard, [.] het [.] onverantwoord [is] dat een rechter [niet] wordt toegestaan te beoordelen of er geen aanleiding is om hem te bevrijden, in het bijzonder wanneer zijn verbintenis van belangeloze aard is ».


Par son arrêt nº 69/2002, rendu le 28 mars 2002, la Cour d'arbitrage a constaté que « si l'institution de la caution implique qu'elle reste, en règle, tenue de son cautionnement lorsque le failli est déclaré excusable, il n'est pas [.] justifié de ne [pas] permettre [.] qu'un juge puisse apprécier s'il n'y a pas lieu de la décharger, en particulier en ayant égard au caractère désintéressé de son engagement ».

Bij zijn arrest nr. 69/2002 van 28 maart 2002, heeft het Hof vastgesteld dat, « ook al impliceert de regeling van de borg dat hij in principe tot zijn borgtocht gehouden blijft wanneer de gefailleerde verschoonbaar wordt verklaard, [.] het [.] onverantwoord [is] dat een rechter [niet] wordt toegestaan te beoordelen of er geen aanleiding is om hem te bevrijden, in het bijzonder wanneer zijn verbintenis van belangeloze aard is ».


Dans son arrêt nº 69/2002 du 28 mars 2002, la Cour d'arbitrage a estimé que l'article 82 ancien violait les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il ne permettait aucunement qu'un juge puisse décharger de leur engagement le conjoint ou la caution du failli déclaré excusable.

Het Arbitragehof heeft in zijn arrest nr. 69/2002 van 28 maart 2002 geoordeeld dat het vroegere artikel 82 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond in zoverre het op geen enkele wijze een rechter toestond de echtgenoot of de borg van de verschoonbaar verklaarde gefailleerde van hun verbintenis te bevrijden.


Or, la Cour d'arbitrage constate dans son arrêt rendu le 30 juin 2004 que « cette disposition n'est pas de nature à corriger adéquatement la discrimination constatée dans l'arrêt nº 69/2002 » (7).

In zijn arrest van 30 juni 2004 stelt het Arbitragehof echter vast dat « die bepaling niet van die aard is dat de in het arrest nr. 69/2002 vastgestelde discriminatie op adequate wijze wordt weggewerkt » (7).


Par son arrêt n° 69/2002 du 28 mars 2002, la Cour avait jugé que l'article 82 de la loi sur les faillites, tel qu'il était d'application avant son remplacement par l'article 29 de la loi du 4 septembre 2002 « modifiant la loi du 8 août 1997 sur les faillites, le Code judiciaire et le Code des sociétés », était incompatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il ne permettait en aucune manière à un juge de libérer de ses obligations le conjoint du failli déclaré excusable.

Bij zijn arrest nr. 69/2002 van 28 maart 2002 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 82 van de faillissementswet, zoals van toepassing vóór het werd vervangen bij artikel 29 van de wet van 4 september 2002 « tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van vennootschappen », niet bestaanbaar was met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het op geen enkele wijze een rechter toestond de echtgenoot van de verschoonbaar verklaarde gefailleerde van zijn verbintenissen te bevrijden.


Le législateur a dû d'autant plus considérer que la modification législative était urgente que la Cour avait constaté, dans son arrêt n° 69/2002 du 28 mars 2002, que l'impossibilité en toutes circonstances de décharger la caution de bienfaisance était incompatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution et qu'elle avait annulé, par l'arrêt n° 114/2004 du 30 juin 2004, la disposition relative à la décharge de la caution tout en maintenant les effets de cette disposition jusqu'au 31 juillet 2005.

De wetgever heeft bovendien moeten oordelen dat de wetswijziging dringend noodzakelijk was, te meer daar het Hof, in zijn arrest nr. 69/2002 van 28 maart 2002, had vastgesteld dat de onmogelijkheid in alle omstandigheden om de borg uit vrijgevigheid te bevrijden, onbestaanbaar was met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en dat het, bij arrest nr. 114/2004 van 30 juni 2004, de bepaling in verband met de bevrijding van de borg had vernietigd maar daarbij de gevolgen van die bepaling had gehandhaafd tot 31 juli 2005.


La motivation de l'arrêt montre cependant que le juge a quo, tout en considérant que la date du jugement d'excusabilité rendu en l'espèce (6 juin 2002) pourrait impliquer que la première rédaction soit prise en compte, constate que celle-ci a été censurée par l'arrêt n° 69/2002 rendu sur question préjudicielle et l'écarte au profit de la deuxième, même si elle a également été censurée par la Cour dans l'arrêt n° 114/2004 rendu sur un recours en annulation, la Cour en ayant cependant maintenu les effets jusqu'au 31 juillet 2005.

Uit de motivering van het arrest blijkt echter dat de verwijzende rechter, alhoewel hij van oordeel is dat de datum van het te dezen gewezen vonnis van verschoonbaarheid (6 juni 2002) zou kunnen impliceren dat de eerste formulering in aanmerking wordt genomen, vaststelt dat die formulering is afgekeurd bij het arrest nr. 69/2002 dat is gewezen op prejudiciële vraag en hij wijst die formulering af ten voordele van de tweede formulering, ofschoon die eveneens door het Hof werd afgekeurd in het arrest nr. 114/2004 dat werd gewezen op een ...[+++]




D'autres ont cherché : son arrêt     arrêt n° 69 2002     dans son arrêt     arrêt nº 69 2002     l'arrêt nº 69 2002     motivation de l'arrêt     juin     


datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

arrêt nº 69 2002 ->

Date index: 2025-01-28
w