Voir également arrêt du 17 décembre 2015, WebMindLicenses (C‑419/14, EU:C:2015:832, point 83), dans lequel la Cour a ajouté que l’article 48 de la Charte protège la présomption d’innocence et les droits de la défense uniquement en ce qui concerne un « accusé ».
Zie ook arrest van 17 december 2015, WebMindLicenses (C‑419/14, EU:C:2015:832, punt 83), waarin het Hof daaraan toevoegde dat artikel 48 van het Handvest het vermoeden van onschuld en de rechten van de verdediging alleen beschermt ten aanzien van „eenieder tegen wie een vervolging is ingesteld”.