Section 4. - Cessation du contrat de formation en alternance Art. 23. Sans préjudice de l'application des modalités selon lesquelles les engagements prennent généralement fin, il est mis fin au contrat : 1° lorsque le délai a expiré ; 2° lorsque l'élève a terminé avec succès la formation ; 3° en cas de décès du tuteur et si aucun autre tuteur ne peut être désigné ; 4° en cas de force majeur, rendant définitivement impossible l'exécution du contrat ; 5° à la demande de l'élève, en cas de faillite ou après reprise de l'entreprise, à moins que le contrat ne soit repris par l'entreprise repreneuse.
Afdeling 4. - Beëindiging van de overeenkomst van alternerende opleiding Art. 23. Met behoud van de toepassing van de wijzen waarop verbintenissen in het algemeen eindigen, neemt de uitvoering van de overeenkomst een einde: 1° als de termijn verstreken is; 2° als de leerling de opleiding met vrucht heeft beëindigd; 3° als de mentor overl
ijdt en geen andere mentor kan worden aangesteld; 4° als er overmacht is, die tot gevolg heeft dat de uitvoering van de overeenkomst definitief onmogelijk wordt; 5° op verzoek van de leerling in geval van faillissement of na overname van de onderneming, tenzij de overeenkomst door het overnemende be
...[+++]drijf overgenomen wordt.