Art. 22. Au moment de son départ de l'exploitation porcine, tout porc, quel que soit son âge et sa catégorie, doit être porteur du moyen d'identification de l'exploitation d'où il est acheminé, conformément aux dispositions des articles 20, 21, 23, 24 et 25.
Art. 22. Elk varken dient, ongeacht de leeftijd en de categorie, op het moment van de afvoer van het varkensbedrijf drager te zijn van het identificatiemiddel van het bedrijf waarvan het wordt afgevoerd, overeenkomstig de bepalingen van artikelen 20, 21, 23, 24 en 25.