Art. 15. Conformément aux articles 53, 3°, et 35bis de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des Communautés et des Régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l'Etat, et compte tenu du solde probable du décompte de l'année budgétaire 2000, les moyens financiers des Régions en provenance des parties attribuées du produit de l'impôt des personnes physiques sont estimés, pour l'année budgétaire 2001, à 255 485 400 000 francs belges pour la Région flamande, à 143 315 400 000 francs belges pour la Région wallonne et à 38 670 900 000 francs belges pour la Région de Bruxelles-Capitale.
Art. 15. Overeenkomstig de artikelen 53, 3°, en 35ter van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, worden de financiële middelen van de Gewesten afkomstig uit het toegewezen gedeelte van de opbrengst van de personenbelasting, voor het begrotingsjaar 2001, rekening houdend met de vermoedelijke saldi van de afrekening van het begrotingsjaar 2000, geraamd op 255 485 400 000 Belgische frank voor het Vlaams Gewest, op 143 315 400 000 Belgische frank voor het Waals Gewest en op 38 670 900 000 Belgische frank voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.