Dans la mesure où le Conseil des ministres fait valoir dans l'affaire n° 5725 que les griefs des parties requérantes concernent exclusivement les deuxième, troisième, cinquième et sixième conditions mentionnées dans l'article 269, § 2, alinéa 1 , du CIR 1992, inséré par l'article 5, littera b), de la loi-programme du 28 juin 2013, l'examen de cette exception coïncide avec l'examen du fond.
In zoverre de Ministerraad in de zaak nr. 5725 aanvoert dat de grieven van de verzoekende partijen uitsluitend de tweede, derde, vijfde en zesde voorwaarde vermeld in artikel 269, § 2, eerste lid, van het WIB 1992, zoals ingevoegd bij artikel 5, littera b), van de programmawet van 28 juni 2013, betreffen, valt het onderzoek van die exceptie samen met het onderzoek ten gronde.