Avant son abrogation par l'article 109, 24°, b), de la loi du 6 juin 2010 introduisant le C
ode pénal social, l'article 91quater de la loi du 10 avril 1971 disposait : « Sans préjudice des articles 269 à 274 du Code pénal, 1° sont punis d'un emprisonnement de huit jours à un mois et d'une amende de 26 à 500 francs ou d'une de ces peines seulement, l'employeur, ses préposés ou ses mandataires qui ne se sont pas conformés aux obligations qui leur sont imposées par ou en vertu de la présente loi; 2° est punie, dans les conditions prévues par l'article 15, 2°, de la loi du 16 novembre 1972 concernant l'inspection du travail, toute personne n
...[+++]on visée à l'article 91ter qui met obstacle à la surveillance organisée en vertu de la présente loi et de ses arrêtés d'exécution ».Vóór de opheffing ervan bij artikel 109, 24°, b), van de wet van 6 juni 2010 tot invoering van het Sociaal Strafwetboe
k, bepaalde artikel 91quater van de wet van 10 april 1971
: « Onverminderd de artikelen 269 tot 274 van het Strafwetboek, 1° worden met gevangenisstraf van acht dagen tot één maand en met geldboete van 26 tot 500 frank of met één van die straffen alleen gestraft, de werkgever, zijn aangestelden of lasthebbers die niet hebben voldaan aan de verplichtingen die hen door of krachtens deze wet zijn opgelegd; 2° worden, ond
...[+++]er de voorwaarden bepaald bij artikel 15, 2°, van de wet van 16 november 1972 betreffende de arbeidsinspectie gestraft, alle niet in artikel 91ter bedoelde personen die het krachtens deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan geregelde toezicht verhinderen ».