Il ne fait pas de doute qu’en se soumettant à la supervision de la Cour des droits de l’homme de Strasbourg, l’Union a l’occasion de renforcer l’aspect des droits de l’homme de sa politique étrangère et de sécurité et, ce faisant, de promouvoir l’idée des droits de l’homme plus réellement dans le monde, dans la mesure où l’UE traite sérieusement ses propres obligations en matière de droits de l’homme.
Door zich aan het toezicht van het Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg te onderwerpen, zal de Europese Unie zonder twijfel in staat zijn om het mensenrechtenaspect van het buitenlands en veiligheidsbeleid te versterken en dus ook om het idee van de mensenrechten op efficiëntere wijze uit te dragen in de wereld, op voorwaarde dat de Unie haar eigen mensenrechtenverplichtingen ernstig neemt.