Dans cette Assemblée, nous estimons que l’éducation à l’intégration européenne ne se limite pas à l’euro ou à d’autres aspects économiques communs, mais qu’elle doit être le résultat d’un sentiment d’appartenance, d’un projet commun devant reposer sur l’histoire, sur la connaissance de notre identité, de nos bases communes et, avant tout, des principes et des valeurs de notre époque et de l’idée servant de fondement à l’Europe unifiée vers laquelle nous tendons.
Wij in dit Parlement stellen ons op het standpunt dat onderwijs voor een verenigd Europa niet alleen met de euro of andere economische aspecten van de Unie tot stand kan komen, maar veeleer het resultaat zou moeten zijn van een gevoel van betrokkenheid, van een gemeenschappelijk project dat wordt gedragen door onze geschiedenis, door de wetenschap wie wij zijn, wat onze gemeenschappelijke fundamenten zijn en, vooral, waar de waarden en beginselen van onze tijd schuilen, en wat de rationale is van het verenigd Europa van morgen.