Concernant l'exigence inscrite à l'article 13 de la loi du 5 juillet 1994 selon laquelle les modifications visées doivent être apportées « [en tenant] compte des nouvelles connaissances scientifiques », la déléguée a déclaré ce qui suit : « De wijziging van Richtlijn 2004/33/EG is er gekomen omdat `uit recent wetenschappelijk onderzoek is [echter] gebleken dat een tijdelijke uitsluiting van deze aspirant-donors niet vereist is, indien een nucleïnezuuramplificatietest is uitgevoerd en de test negatief was' (zie overweging (3) bij richtlijn 2014/110/EU waarvan voorliggend ontwerpbesluit de omzetting vormt).
Aangaande het vereiste in artikel 13 van de wet van 5 juli 1994 dat de beoogde wijzigingen " met inachtneming van de nieuwe wetenschappelijke kennis" moeten gebeuren, verklaarde de gemachtigde het volgende : " De wijziging van Richtlijn 2004/33/EG is er gekomen omdat `uit recent wetenschappelijk onderzoek is [echter] gebleken dat een tijdelijke uitsluiting van deze aspirant-donors niet vereist is, indien een nucleïnezuuramplificatietest is uitgevoerd en de test negatief was' (zie overweging (3) bij richtlijn 2014/110/EU waarvan voorliggend ontwerpbesluit de omzetting vormt).