En son article 12, elle dispose que «si, dans un Etat membre, à la date du 1er janvier 1996, la proportion de citoyens de l'Union qui y résident sans en avoir la nationalité et qui ont atteint l'âge de voter dépasse 20 % de l'ensemble des citoyens de l'Union en âge de voter qui y résident, cet Etat membre peut, par dérogation à la présente directive», notamment, réserver le droit de vote aux ressortissants européens qui résident dans cet Etat pendant une période minimale qui ne peut dépasser la durée égale à un mandat de l'assemblée représentative municipale.
Artikel 12 van die richtlijn bepaalt dat indien «in een Lid-Staat op 1 januari 1996 het aantal burgers van de Unie die aldaar verblijf houden zonder de nationaliteit van deze Lid-Staat te bezitten en die de kiesgerechtigde leeftijd hebben bereikt, meer bedraagt dan 20 % van het totale aantal burgers van de Unie die de kiesgerechtigde leeftijd hebben bereikt en die in deze Lid-Staat verblijf houden», deze Lid-Staat in afwijking van de bepalingen van deze richtlijn het kiesrecht uitsluitend kan toekennen aan EU-burgers die op zijn grondgebied verblijf houden sedert ten minste een bepaalde tijd, welke niet langer mag zijn dan de duur va
n één mandaat in de vertegenwoordigende ...[+++]gemeentelijke vergadering.