Deux mesures ont reçu une assise légale quelque peu plus solide: la libération provisoire pour raisons médicales à travers l'arrêté royal du 21 mai 1965 portant règlement des établissements pénitentiaires, et la libération conditionnelle, à travers les lois des 5 et 18 mars 1998.
Voor twee maatregelen kwam er wel een wettelijke grondslag die wat solider is : de voorlopige invrijheidstelling om medische redenen via het koninklijk besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen en de invrijheidstelling onder voorwaarden, via de wetten van 5 en 18 maart 1998.