Le ministre signale que cet amendement a pour but de corriger une incohérence entre l'article 353-10, proposé, qui attribue au juge de paix la compétence lors du replacement de l'enfant sous l'autorité parentale des parents adoptifs à la suite du décès des adoptants, et l'article 373, alinéa 3, du Code civil qui attribue au tribunal de la jeunesse la compétence en cas de litige en matière d'autorité parentale.
De minister wijst erop dat dit amendement tot doel heeft een tegenstrijdigheid op te heffen tussen het voorgestelde artikel 353-10, dat de vrederechter de bevoegdheid geeft om te beslissen dat een kind opnieuw onder het ouderlijk gezag van de adoptiefouders wordt geplaatst na het overlijden van de adoptanten, en artikel 373, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, dat de jeugdrechtbank bevoegd maakt voor geschillen met betrekking tot het ouderlijk gezag.