20. souligne que cette démarche n'est fondée sur aucune base juridique en droit de l'Union; demande à la Commission, à cet égard, de réexaminer sa décision et de clarifier, dans ses guides thématiques, l'interprétation de l'article 3, point e), du règlement (UE) n° 1301/2013 (FEDER) en matière d'investissements dans le développement d'un potentiel endogène à travers des investissements fixes dans les équipements et les petites infrastructures du tourisme culturel et durable;
20. benadrukt dat er in de EU-wetgeving geen rechtsgrondslag voor deze aanpak bestaat, en vraagt de Commissie in dit verband het besluit te herzien en in de thematische handleidingen te verduidelijken hoe artikel 3, onder e), van Verordening (EU) nr. 1301/2013 (EFRO) moet worden uitgelegd met betrekking tot investeringen in de ontwikkeling van het eigen potentieel door middel van permanente investeringen in installaties en kleinschalige infrastructuur voor cultuur en duurzaam toerisme;