En réponse à ma question écrite nº 2292 (Questions et Réponses, Sénat, nº 3-48, p. ), l'honorable ministre admet lui-même sans détours que la loi et la réglementation sur le prêt et le dépôt d'œuvres d'art propriété de l'État sont irrémédiablement désuètes et n'offrent plus aucune garantie valable d'un dépôt ou d'un prêt justifiés des œuvres d'art provenant des collections de l'État fédéral et des établissements scientifiques fédéraux.
In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 2292 (Vragen en Antwoorden, Senaat, nr. 3-48, blz. ) geeft de geachte minister zelf volmondig toe dat de wet- en regelgeving omtrent de bruikleen en bewaargeving van kunstwerken die staatsbezit zijn, hopeloos verouderd zijn, en geen enkele sluitende waarborg meer bieden voor een verantwoorde bruikleen of bewaargeving van kunstwerken uit de collecties van de federale staat en de federale wetenschappelijke instellingen.